Replica Planetarium Eise Eisinga - Achterhoeks Planetarium

Ga naar de inhoud
Replica planetarium Eise Eisinga
Henk Olthof is in zijn leven niet vaak de IJssel over geweest, maar Franeker stond op zijn verlanglijstje. Hij is er een keer of drie geweest en is daarbij onder de indruk geraakt van de persoon van Eise Eisinga en zijn 'hemel op aarde'. Niet verwonderlijk, ze hebben veel gemeen: beiden waren autodidact, beiden zijn ondernemers en geen astronomen, beiden waren gepassioneerd voor de sterren en planeten, beiden hadden de intentie om de mensen op zich heen een beter begrip bij te brengen van wat er in het heelal plaatsvindt, beiden waren een tikkie eigenzinnig en hadden een enorm doorzettingsvermogen. Aan de hand van het boekje Eise Eisinga Binnenste Buiten van N. Noordmans bouwde Henk vervolgens zijn eigen versie van het planetarium van Franeker. Hij noemde het wel een replica, maar hij week op zoveel punten af van het planetarium van Eise Eisinga dat we beter kunnen spreken van een planetarium naar voorbeeld van het planetarium van Eise Eisinga.

Wie was die Eise Eisinga uit Franeker?

Eise Eisinga werd in 1744 in Drontrijp geboren. Zijn vader was van beroep wolkammer. Na enige jaren de dorpsschool bezocht te hebben werd hij in het bedrijf van zijn vader opgeleid. Van jongs af had hij echter grote interesse en aanleg voor wis- en sterrenkunde. Daarnaast liet zijn vader hem ook kennisnemen van de werktuigbouwkunde. Op jonge leeftijd ging Eise regelmatig naar Franeker,  waar hij samen met een andere amateur de reken- en meetkundige boeken van de Griek Euclides bestudeerde. Hoger onderwijs heeft hij nooit genoten (Franeker had in die tijd een universiteit). Eise was echter uitermate begaafd. Op 15-jarige leeftijd had hij al zijn eerste boek geschreven: een rekenboek met 665 beschreven bladzijden. Later volgden nog werken over de astronomie (Starre-loopkunde), over zonnewijzers en een almanak met alle zons- en maansverduisteringen van 1762 tot 1800. In 1768 trouwde hij met Pietje Jacobs, waarna hij zich als wolkammer in Franeker vestigde in het pand waar nu het museum gevestigd is.  

Ook in Franeker bleef Eisinga zijn liefhebberij, sterrenkunde, beoefenen. Toch zou hij zijn planetarium nooit gebouwd hebben als er in 1774 niet een opvallende gebeurtenis aan de hemel plaatsvond. Op zondag 8 mei 1774 stonden de planeten Mercurius, Venus, Mars en Jupiter met de maan samen in het sterrenbeeld de Ram. Deze opvallende samenstand (conjunctie) leidde ertoe dat er in de Leeuwarder Courant van 9 april 1774 een boekje werd aangekondigd, waarin voorspeld stond dat door deze samenstand de wereld zou vergaan. De aarde zou door de aantrekkingskracht van al die planeten vanuit één richting uit zijn baan geraken. Alom paniek in de regio. Gedeputeerde Staten van Friesland zagen zich genoodzaakt op zoek te gaan naar de schrijver van het boekje. Het bleek ene Eelco Alta te zijn, predikant te Bozum, een man met gezag. Ook liet de overheid een artikel plaatsen in de Leeuwarder Courant van professor Ypey, hoogleraar aan de universiteit van Franeker, waarin uitgelegd werd dat de mensheid niets te vrezen had. De samenstand had immers geen enkele invloed op de aarde.
Eise Eisinga deelde deze mening. Hij betreurde het dat de mensen geen enkel benul hadden hoe in het uitspansel boven ons de vork nu echt in de steel zat. Dit bracht hem ertoe om in de woonkamer van zijn huis een planetarium te bouwen. Zijn vrouw stemde in met de langdurige ‘verbouwing’ onder voorwaarde dat binnen zeven jaar de laatste spijker geslagen diende te zijn. En dus ging Eise Eisinga aan de slag zonder zijn bedrijf overigens te verwaarlozen. (Ook Henk Olthof heeft bij het uitoefenen van zijn hobby zijn bedrijf nooit verwaarloosd.) En, binnen zeven jaar was het planetarium klaar, inclusief een uitgebreide beschrijving, zodat zijn kinderen na zijn dood het planetarium konden onderhouden. Die beschrijving is later gepubliceerd en is door Henk Olthof gebruikt bij het maken van zijn planetarium.

Henk Olthof bouwde zijn planetarium naar voorbeeld van het planetarium in Franeker. Met de tekeningen en de uitgebreide toelichting in het boek 'Het Eise Eisinga Planetarium, Binnenste Buiten' en met de informatie van de toenmalige conservator van het Planetarium, Henk Nieuwenhuis, bouwde hij zijn eigen planetarium. Als u in Toldijk het planetarium (een gebouwtje van 5,5 bij 5,5 meter) binnenstapt, kijkt u naar een wand met daarop 12 wijzerplaten en twee hemelpleinen, en ziet u boven u aan het plafond de planeten in hun omloopbaan. Achter de wand bevinden zich meer dan honderd tandwielen die door middel van ingewikkelde overbrengingstechnieken de wijzerplaten aandrijven. Die zorgen ervoor dat de planeten aan het plafond de juiste beweging in de juiste snelheid maken. Tijdens de rondleiding krijgt u de kans dit raderwerk van dichtbij te bewonderen.

Aan het plafond hangt een constructie waarmee de planeetbewegingen van de buitenplaneten te zien zijn. Hoe verder een planeet van de zon afstaat, hoe groter zijn baan, maar ook hoe langzamer hij zich voorbeweegt. Zo doet Uranus er een mensenleven over om één rondje rond de zon te maken en heeft Pluto daar zelfs 248 jaar voor nodig. De planeten veranderen dus nauwelijks van plaats. Veel beweging is er dan ook niet aan het plafond te zien. En toch heeft Henk ruim 10.000 rvs-pinnen en meer dan 200 tandraderen nodig gehad om de planeten de juiste banen te laten maken en om de wijzerplaten de juiste stand te laten aanwijzen.

Verder toont het plafond nog allerlei extra informatie zoals de plaats van de sterrenbeelden van de dierenriem ten opzichte van de planeten, de dag van het jaar, de momenten dat de planeten hun aphelium (positie zo ver mogelijk van de zon vandaan) en hun perihelium (positie het dichtst bij de zon) bereiken.
 
Dat het planetarium in Toldijk is gebouwd naar voorbeeld van Franeker is goed te zien. Maar op tal van punten week Henk Olthof van het planetarium van Eise Eisinga af, zoals:

  • De slingerlengte in Franeker bedraagt 78 cm, in Toldijk 72 cm. Het gaande werk van het uurwerk begint daardoor al met een andere tandwielverhouding.
  • Omdat Henk Olthof alle assen gelagerd heeft, kon hij volstaan met één gewicht; in Franeker zijn meerdere gewichten nodig op het planetarium 'draaiende' te houden.
  • Henk Olthof heeft in zijn planetarium een elektromotor ingebouwd. Hierdoor kan het loopwerk versneld voor- of achteruit draaien (in 1½ minuut zijn we één dag verder). Het planetarium van Eise Eisinga heeft ook zo'n mechaniek gehad, maar Eisinga heeft deze later weer verwijderd om onnodige slijtage te voorkomen.
  • Henk Olthof voegde de toen nog niet ontdekte planeten Uranus, Neptunus en Pluto (inmiddels gedegradeerd tot dwergplaneet) aan zijn planetarium toe. Dat betekende heel wat rekenwerk voor de extra tandwielen die moesten worden aangebracht. De sterk excentrische baan van Pluto zal hem hierbij veel hoofdbrekers gekost hebben. (De baan van Pluto ligt voor korte tijd binnen de baan van Neptunus, waardoor de banen elkaar kruisen.)
  • Door het toevoegen van de drie buitenplaneten werd het dringen aan het plafond in Toldijk voor de aarde en de binnenplaneten (Venus en Mercurius). De banen van de buitenplaneten nemen immers veel ruimte in. De buitenplaneet Mars staat nog net aan het plafond in Toldijk te pronken, maar voor de aarde met de maan en de binnenplaneten was er daardoor geen plaats meer. Deze zijn te vinden op het tafelplanetarium, dat Henk al veel eerder bouwde.
  • De doorgang van de zon aan de hemel is in Toldijk op het hemelplein te zien met behulp van fietslampjes waar Eise Eisinga een wijzerwerk gebruikte.
  • De schijngestalten van de maan worden op een extra hemelplein getoond.
Terug naar de inhoud